De Amerikaanse Vogelkers is ingevoerd vanuit Amerika omdat de boom over snelverterende bladeren beschikt die de arme zandgronden weer vruchtbaar konden maken.
Een tweede reden was dat de boom snel groeit met een rechte stam die geschikt was om de koolmijngangen te onderstutten. Hij wordt zo'n 20 meter hoog.
De vruchten worden in Amerika gebruikt om smaak te geven aan brandewijn en rum. Het hout wordt o.a. gebruikt voor meubels. In Europa wordt de Amerikaanse Vogelkers aangeplant als sierboom.
Een van de problemen is dat de boom hier nagenoeg alleen in struikvorm voorkomt en dus onbruikbaar is.
De boom verspreidt zich in Nederland echter enorm ten nadele van de inheemse flora als Lijsterbes en Sporkehout. Onder zijn dichte bladerdek kan geen andere boom kiemen of opgroeien. Hij groeit op bijna elke grond en is resistent tegen vorst, droogte en ziekten. Zou er niets tegen de Amerikaanse vogelkers ondernomen worden dan dreigt het bos op de lange termijn te verdwijnen.
Economisch gezien was het aanplanten een flop, ecologisch zo mogelijk een nog veel grotere vergissing ( Nooit heeft Staatsbosbeheer publiek gemaakt hoeveel honderden miljoenen de bestrijding al wel niet heeft gekost.). Bospest is dus een gepaste bijnaam.
Het huidig bosbeheer is erop gericht om de boom uit te roeien.
In Noord Amerika is de soort een normale inheemse bossoort die gemengd met andere boomsoorten voorkomt. Volwassen bomen staan op ruime afstand van elkaar. Onderzoek naar het kiemgedrag van de soort in Noord Amerika heeft duidelijk gemaakt dat de zaden van de Prunus wel kiemen onder volwassen bomen maar dat ze vervolgens dood gaan. Andere ontkiemde boomzaden kunnen zich wel onder volwassen vogelkersbomen vestigen.
Een verklaring voor het woekergedrag van exoten in ons land kan zijn dat deze zijn ontsnapt aan hun natuurlijke vijanden. Uit onderzoek is nu gebleken dat in de Nederlandse bodem een ziekteverwekker ( De Pythium-schimmel.) ontbreekt, deze komt dus wel in de Amerikaanse bodem voor.
Moeten we nu deze Amerikaanse schimmel ook importeren ??? Dit is gevaarlijk aangezien ze ook onze inheemse soorten 'aan kunnen gaan vallen'. Een andere - gevaarlijke - mogelijkheid is om de Prunus plaatselijk niet meer te bestrijden ; wie weet stapt een andere natuurlijke vijand dan wel over naar de Prunus.
De praktijk leert namelijk dat ingevoerde soorten eerst enorm woekeren en zich later als gewone soort gaan gedragen. Het is zelfs mogelijk dat de intensieve uitroeipogingen dit proces vertragen !!!
Dit wil natuurlijk niet zeggen dat wij ons moeten laten ontmoedigen in de strijd tegen de Prunus. Bossen, en zeker houtwallen, zijn veel aantrekkelijker voor mens en dier wanneer de variatie hoog is en de biodiversiteit dus hoog ligt. De weerstand tegen ziekten en plagen ligt dan ook een stuk hoger. Zouden we nu niets doen, dan krijgen we - zeker plaatselijk - saaie prunusbossen. Ook ruige terreinen en heidegebieden zullen volledig dichtgroeien.
De Amerikaanse Vogelkers ontkiemt in Nederland dus bijna overal, en nog razendsnel ook. Verspreiding van de zwartgekleurde steenvrucht gebeurt door vogels die van de bessen eten en de pitten uitpoepen. Echter niet alleen vogels genieten van de rijpe bessen.
Talloze insecten worden aangetroffen op of rond de bessen : Zweefvliegen, wespen, rode bosmieren, aasvliegen, bont zandoogje en gehakkelde aurelia. Daar omheen zwermen weer talloze insecteneters. De Amerikaanse Vogelkers heeft een veel grotere kiemkracht en een veel snellere ontwikkeling dan de inheemse (heide)planten. Het kiemen en uitgroeien van een struikje Heide duurt zo'n drie jaar. Ook Berken, Eiken en Vliegdennen doen er vrij lang over voordat ze met hun groeischeuten de lucht in gaan. Vogelkers kiemt en groeit echter veel sneller. Binnen twee jaar nadat het zaad gevallen is, staat er al een struik van een meter hoog. En nog een jaar later is die struik al twee meter hoog. De struik onttrekt dan veel voedsel en water aan de omgeving en geeft heel veel schaduw ( Iets waar heide niet tegen kan, deze verdwijnt dan dus.). Als je een Berk omzaagt, gaat hij dood. Een Amerikaanse Vogelkers niet. Die maakt gewoon extra takken bij. Daardoor is er veel vaker en intensiever beheer nodig. Dit beheer wordt veelal gedaan door vrijwilligers. De Amerikaanse Vogelkers wordt dus 'bestreden'.
Bestrijding
- Allereerst kunnen alle Prunussen weggehaald worden. Dit houdt in dat de kleinere exemplaren uit de grond getrokken worden en dat de grotere worden uitgegraven.
De allergrootsten kunnen worden geringd : De bast van de boomstam wordt hierbij rondom weggehakt. Als dit goed gebeurd en de latere omstandigheden zijn ook gunstig dan zal de boom het loodje leggen. - Grazers worden ook wel ingezet bij de bestrijding van Amerikaanse vogelkers. Nadat de Vogelkers bij de grond is afgezaagd eten de grazers de nieuwe uitlopers op zodat de plant geen kans krijgt om terug te komen.
- Ook wordt deze Prunus wel bestreden door de plant af te zagen en de restanten in te smeren met een chemisch bestrijdingsmiddel ( Round Up.). Echter : In veel gebieden ( O.a. waterwingebieden.) mag Round Up niet gebruikt worden. Het gebruik hiervan wordt zelfs wel meer omstreden.
- De opslag van Amerikaanse Vogelkers is ook biologisch te bestrijden. Deze methode verkeerd deels nog in een proefstadium. Hieronder staan een deel van de pro's en contra's van deze bestrijdingsmethode beschreven.
De hinderlijke opslag van Amerikaanse Vogelkers is effectief te bestrijden door de loodglansschimmel Chondrostereum Purpureum aan te brengen op afgezaagde boomstronken. Zodra de schimmel het wortelstelsel bereikt, sterft de gehele boom af. De effectiviteit van dit biologische middel is groot: twee jaar na behandeling is 95% van de behandelde bomen volledig afgestorven. Dit blijkt uit onderzoek van dr. Meindert de Jong, dat is gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Mycologist, een gerenommeerd vakblad op het gebied van schimmels. Biologische bestrijding is volgens De Jong een aantrekkelijk alternatief voor chemische bestrijding. De Jong: "Het is niet milieubelastend, effectief en de risico's op ongewenste besmetting zijn minimaal". De betrokken loodglansschimmel kan alleen bomen infecteren via verse open wonden. Loodglans uit zich op het blad in de vorm van een grijze gloed terwijl in de herfst op de stam karakteristieke paarskleurige zwammen verschijnen. De loodglansziekte wordt gevreesd door kwekers van pruimen en kersen. Uit het onderzoek van De Jong blijkt dat de loodglansschimmel uitstekend kan worden toegepast in de bestrijding van de Amerikaanse vogelkers en de Populier. Steeds meer gemeenten en grote organisaties krijgen belangstelling voor dit biologische middel. Het risico op besmetting van vers gesnoeide (fruit)bomen is zeer klein. Een veiligheidzone van een halve kilometer rond behandelde bomen en eventueel het afdekken van dikke stobben is voldoende om besmetting uit te sluiten. Biologische bestrijding van boomopslag biedt met name perspectief voor landen als Canada waar toepassing van chemische middelen in bosbeheer niet meer zijn toegestaan terwijl boomgroei onder hoogspanningskabels zeer ongewenst is. In Europa wordt de introductie van biologische mycoherbiciden bemoeilijkt door een dure en omslachtige registratieprocedure. BioChon is daarom nog steeds niet officieel geregistreerd. Het middel dreigt zelfs na een aantal jaren van succesvol gebruik aan het eind van dit jaar uit de handel genomen te worden. Goedwerkende biologische middelen voor een kleine, specifieke toepassing zullen nooit op de markt verschijnen als de Europese registratie-eisen niet versoepeld worden.
Kenmerken van Vogelkers
- Het is een loofboom met enkelvoudig blad.
- Hij groeit zowel in struik- als in boomvorm.
- De bladeren zijn "gezaagd" en langwerpig van vorm.
- Bloeien doet hij uitbundig met trossen witte bloempjes.
- De bessen groeien in aren.
- De schors ( Ook die van de jongste takjes.) van de Amerikaanse Vogelkers ruikt ( Het gehele jaar door ! ) enigszins naar amandelen.