door Annemiek Dijkstra

Onder leiding van Hans Gronert van Natuurmonumenten, zijn we werkzaam geweest op een deel van het terrein waar vier jaar geleden een stuk lariksbos is geruimd als verbindingszone tussen 2 heidegebieden. Na ruiming is er ook geplagd. Nu al is op vrijwel het hele terrein heide te zien. Dat is uitzonderlijk want vaak schijnt dat wel tien jaar of nog langer te duren.
We hebben de naaldboompjes en berkjes verwijderd. Ook een enkele aanwezige braam werd in zijn poging vaste grond onder de wortels te krijgen gefrustreerd.

 

foto's: Gerard Hemmer

Wilbert meldde tussen de kleurrijke heide ook bruine heide te hebben gezien. Volgens hem een indicatie voor de mogelijke aanwezigheid van Klein Warkruid. Te herkennen aan ragdunne rode woekerende stengeltjes, met kleine roze bloemetjes die in een soort bolletje bij elkaar staan.
“Een prachtig plantje!” Wilbert klonk opgetogen, een duidelijke fan.
“Is dat onkruid?” Het was eruit voor ik er erg in had.
“Onkruid bestaat niet.” Wilbert keek mij ontzet aan.
“Parasiet?” opperde Joke, onze nieuwste aanwinst.
“Ja, parasiet” herhaalde ik hoopvol.”
Wilbert liet een stilte vallen om daarna op te merken:
“Ook voor parasieten moet plaats zijn op deze wereld.”
Onder de indruk en in stilte vervolgden wij onze werkzaamheden, nadenkend over de reikwijdte van deze woorden.
Maar ja, onkruid, parasiet of niet … niet gezien dus. Wèl gezien: een groene kikker en een felgele pijlstaartrups van de naar de rups vernoemde pijlstaartvlinder.
Jan Willem wees bovendien op de aanwezigheid van een Zwarte Specht die hij herkende aan zijn luide roep. Volgens Erik ook bijzonder: tamme kastanjes in het omringende loofbos.
Met een opkomst van 25 mensen zijn we erin geslaagd een flink stuk op te schonen. De door Natuurmonumenten verzorgde romige pompoensoep met verse peterselie, croutons (en ja, toe maar) stokbrood en kruidenboter smaakte alsof een engeltje op je tong …
Annemiek Dijkstra