door Lennart Hoek
We vertrokken van huis. We waren nog ruim op tijd en de reis duurde niet heel lang.
Toen we aankwamen kregen we uitleg over wat we moesten doen en we kregen handschoenen.
We werden gewaarschuwd voor de greppels en watertjes in het veen. De opdracht was om jonge berkeboompjes te wieden. Vooral op de schroeiplekken (op deze plekken had het veen gebrand) moesten we de berkeboompjes wieden.
foto: Erik Rolevink
Maar eerst moesten we nog 800 meter lopen naar de plaats waar we gingen werken. De kinderen (waaronder ik) deden aan slootjespringen en sommige ouders deden ook lekker mee. Ook vonden wij (de kinderen) veel ijzeren onderdelen waaronder een soort hoefijzer, een deurklink, een soort schoffel en nog wat buisjes en andere dingen waarvan we niet wisten wat het was en hoe oud het was.
Er was ook nog een mevrouw van de WDR (van de TV) die ons filmde (ik weet niet waarom). We stopten iets eerder omdat het regende. Maar voordat we stopten hadden we eerst nog een kleine pauze. Na deze pauze gingen we terug naar de auto's (en fietsen) en reden we naar een grote schaapskooi. Daar was een barbecue. Veel mensen keken in de schaapskooi en de kinderen speelden in het hooi totdat we hoorden dat dit niet mocht. Toen de barbecue afgelopen was ging geleidelijk iedereen weer naar huis.
Lennart Hoek