door Wilma de Hoog

Op een schraallandje in ’t Spik (aan de Smalenbroeksweg) groeien en bloeien in het voorjaar allerlei soorten orchideeën, maar vanaf de bosrand rukken telkens weer wilgen op. De wilgen die in de afgelopen twee jaar aangegroeid zijn, hebben we met scharen en een enkele zaag weer een kopje kleiner gemaakt. We waren maar met zo’n 20 personen, maar al bij de koffiepauze zag het eruit alsof er een zwerm sprinkhanen had huisgehouden.




Wilgen knippen                                                                                 
Een belangrijk kenmerk van dit gebied is dat het er erg nat is. Normaal gesproken sta je hier tot aan je enkels in het water, maar na de lange droge zomer (en voorjaar) was het er nu kurkdroog. Ik hoefde zelfs mijn laarzen niet aan te trekken en kon gewoon op schoenen aan het werk. We hadden er mooi weer bij: aan het begin wel wat koud, maar we stonden in de luwte zodat de schrale wind geen vat op ons had en al gauw kwam de zon ons verwarmen.
Orchideeën waren er in dit jaargetijde natuurlijk niet, maar Erik wees ons op een bijzonder plantje met de naam schaafstro of schuurbies (Equisetum hyemale). Dit is een lid van de familie van de paardenstaarten. Het bevat kiezel en werd vroeger wel gebruikt om pannen te schuren, vandaar de naam.
Tot slot werd er nog een poging gedaan om een grote, dwars over het land gegroeide wilg met dikke verticale loten op te ruimen. Voor de MaS’ers en Anton een mooie klus, waarbij ze ook veel leerden over de risico’s van zagen op hoogte.
Als beloning was er lekkere courgettesoep van Karel.


Schaafstro