door: Iza van de Vorle (MaS-stagiaire)
Ik ben Iza (14) en loop stage bij Natuurwerkgroep EnHOe omdat ik erg van de natuur hou en het me ook een fijn gevoel geeft dat ik in de natuur kan werken en helpen. Ik heb wat lichamelijke en mentale problemen en in de natuur te werken geeft me een goed gevoel en rust.
Dus leek me dit een geweldige stage om te doen.
Op 16 november 2019 gingen we weer naar het Glanerveld. Het Glanerveld is een klein stukje heide ten noorden van Glanerbrug. Vroeger was het een veel grotere heide dat ook verder naar het zuiden lag en een groot stuk verder naar het noorden. Maar de gemeente Enschede heeft niks met de mooie heiden gedaan dus is een groot gedeelte bos geworden of zijn het nu weilanden voor de landbouw. Maar nu het van Landschap Overijssel is mogen we het kleine stukje heide dat er nog is redden. Daar zijn we blij mee want er groeien zeldzame planten en leven ook wat zeldzame dieren.
Een paar van die zeldzame planten zijn bijvoorbeeld de Rode Bosbes ook wel de vossenbes genoemd, het zijn maar kleine stukjes die er in het heideveld zitten, soms maar 1 plantje maar ze zitten er wel. Blauwe bosbessen zitten er meer, vaak mooie stukjes van een paar vierkante meter.
Nog andere mooie zeldzame planten die er zitten zijn de Klokjesgentianen, die zitten vooral aan de zuidkant van het heideveld, en doordat dat mooie plantje er is komen er ook zeldzame rupsen op af die uitgroeien tot een mooie zeldzame vlinder. Wat ook mooi is aan dit heideveld is dat je er misschien nog hagedissen kan vinden.
En doordat er zo veel mooie planten en dieren zijn te vinden zijn we gauw met de groep verder gegaan om het heideveld weer mooi te krijgen. Ik zeg “verder” omdat we vier weken geleden al zijn begonnen met het schoonmaken/ontbossen van de heide, en vandaag gingen we verder.
Het was al een groot verschil met de vorige keer, want er was al een mooi gedeelte vrij van alle kleine boompjes en dat zag er weer uit als een echt heideveld. Dus begon een groepje waaronder ik en Anna maar gauw met de andere helft.
We begonnen met een soort schep genaamd spade maar dat werkte niet heel goed doordat het bijna allemaal bomen waren die met een stuk of 8 takken uit de grond kwamen dus deden we het uiteindelijk maar met een soort heggenschaar. Dat werkte een stuk beter en sneller waardoor een groot gedeelte al binnen een anderhalf uur weg was.
Uiteindelijk kwam de pauze er al bijna aan dus pakten we alle bomen die we hadden weggeknipt op en legden ze op een grote hoop achter de heide waar het bos begon. Daar vonden we ook een mooie groep bosbessen dus vertelde Erik nog over de bosbessen en welke plant nou van de blauwe en de rode was. Hij zei ook dat de rode een erg zure bosbes is maar je ze maar beter niet kan eten doordat er een parasiet van een vos op kan zitten doordat vossen ze graag eten. Toen brak de pauze aan en gingen we even lekker lunchen.
Rode bosbes Blauwe bosbes Klokjesgentiaan
Na de lunch ging de groep waaronder Anna en ik die de bomen weg haalden, verder met het opruimen van de takken die we ervoor hadden geknipt en daarna weer verder met knippen. Uiteindelijk kwam Erik er achter dat er nog wat bijzondere boompjes tussen zaten namelijk de Vuilboom. Die heet zo doordat als je een tak pakt en de schors er een beetje afschraapt er een best vieze geur uit komt. Maar hij zei uiteindelijk dat we er een paar van zouden laten staan omdat er een mooie vlinder op af komt.
Dus lieten we er een stuk of 5 van staan voor de mooie vlinders.
De bomen in het heideveld waren nu weg en het zag er echt weer uit als een heideveld maar er waren nog steeds wat kleine dingen die wel weg konden zoals een grote groep bramen en wat bomen die tussen de bosbessen stonden, dus die laatste dingetjes haalden we weg. Die bramen waren nog wel wel een klusje omdat de doornen er van haken in je kleren en soms nog wel zeer kunnen doen. Maar toen die ook weg waren was het weer een mooi heideveld waar de zeldzame planten en ook de dieren weer lekker in kunnen leven...